Columns & Essays
-----------------------------------------
Frieser dan Fries
Over de Friese Vrijheid en de Vrije Fries is al zoveel geschreven dat je je afvraagt of een zoveelste boek, hieraan nog iets kan toevoegen.
Vrijheid is door de tijd heen een ongrijpbaar begrip gebleken, een glibber gladde aal die zich los wurmt precies op het moment dat je denkt dat je hem stevig in je grip hebt. Vrijheid voelt heerlijk. Maar als je er heel veel van hebt benauwt dit menigeen zozeer dat zij zich vrijwillig onderwerpen aan een sociale structuur met strikte regels en beperking van vrijheid. Alleen binnen sociale structuren zijn velen pas in staat om zichzelf te kunnen identificeren. As het leven een grenzeloos bestaan is lukt het hen niet om zichzelf te definiëren, de onbegrensde vrijheid is te chaotisch en staat hen in de weg. Zo blijkt vrijheid een zeer dynamisch begrip waarover we niet snel zijn uitgeschreven.
En dan die Fries. Wie is dat? Bestaat er zoiets als dé Fries? En zo ja, is dat dan altijd een vrije Fries? Recent werden deze discussie op nationale televisie aangezwengeld door een televisiepersoonlijkheid die stelde, dat een bepaalde politicus geen recht zou hebben om iets te zeggen over Friese aangelegenheden omdat de politicus zelf geen Fries zou zijn.
Uiteraard is het onhoudbaar om te stellen dat alleen direct belanghebbenden hun betreffende onderwerpen mogen bespreken. Ik vind en zeg ook wel eens iets over bijvoorbeeld de Russisch Oekraïense oorlog of die tussen Gaza en Israël. En ik ben noch Rus noch Oekraïner en evenmin Palestijns of Israëliet. Sterker nog, ik ben nog nooit in een van deze gebieden geweest. Toch is het niet vreemd als ik iets over die situaties zeg. Dat de politicus niets over Friese aangelegenheden zou mogen zeggen is dus ridicule, ongeacht of de politicus Fries is of niet.
Maar achter de opmerking van de tv-man zit nog iets anders, een andere laag. De betreffende politicus is namelijk geboren in Ethiopië, uit wat we voor het gemak maar even Ethiopische ouders noemen, en vervolgens geadopteerd door Nederlandse mensen die zich naast Nederlander mogelijk ook kwalificeren als Fries. Laatstgenoemden zijn hier geboren en blenden makkelijk in met hun blanke buurtgenoten in het Friese land. De politicus doet dat niet, hij is én niet in Friesland geboren - zelfs niet in Nederland – én hij ziet er met zijn Afrikaanse uiterlijk niet uit zoals de meeste mensen in Friesland. Zelfs niet zoals zijn ouders. En over dit laatste punt zijn veel mensen ‘gevallen’. Dat de tv-man hier iets over durfde te zeggen! Schande, discriminatie en racisme waren termen waarvan de media bol stond. Verontwaardiging alom. ‘Wat gebeurt hier eigenlijk?’, vraag ik mij af. Allereerst focus ik op de vraag: is deze politicus een Fries of niet?
Ben je Fries als je op Fries grondgebied bent geboren? Of pas als je ouders en je voorouders ook allemaal in Friesland zijn geboren? Of als je Fries spreekt, als je kunt zeggen: ‘bûter brea en griene tsiis wa't dat net sizze kin is gjin oprjochte fries’. Was het vroeger Grutte Pier die met een machtige zwaai van zijn meterslange zwaard vakkundig het hoofd van je romp scheidde mocht je geen echte Fries blijken te zijn, tegenwoordig kan het zomaar een tv-man zijn die hier het zwaard hanteert.
Tegenwoordig leven er ook in Friesland gekleurde mensen. Sommigen worden er zelfs geboren. Er zijn er bij die de Friese taal heel goed machtig zijn en het Friese volkslied zonder enig probleem meezingen. Zijn dit Friezen? Nee, zegt de tv-man. Als je er niet uitziet zoals de meeste mensen in Friesland er uitzien, dan ben je geen Fries. Is er dan misschien een soort lijst met voorwaarden die je moet afvinken alvorens je als Fries bestempeld kan worden?
Een snelle rondgang door de geschiedenis leert ons dat het huidige Friesland, aan het begin van onze jaartelling zo’n 2000 jaar geleden, grotendeels onbewoond was. Een nat, koud en onherbergzaam gebied dat ook nog eens regelmatig door de zee in beslag werd genomen. Aan het begin van onze jaartelling woonden hier allerlei stammen waaronder de Friezen, ook wel Fresones of Frisii genoemd. Of dit allemaal één en dezelfde groep mensen was, of dat het Germanen of Kelten waren is nog wel eens onderwerp van debat. De vraag wie de voorouders van de huidige Friezen zijn, staat daarom nog steeds ter discussie. Dit alles meer vanuit het perspectief van DNA, genen en ander erfelijk materiaal. Duidelijk is wel dat al deze oude stammen regelmatig zijn onderworpen en overheerst door anderen. Door de Franken bijvoorbeeld in de middeleeuwen en de Saksen maar ook door de Denen, de Vikingen en later de Spanjaarden, de Fransen en in de laatste oorlog de Duitsers. Je kunt moeilijk volhouden dat, voor zover er al sprake is van één Friese bloedlijn, deze in de loop der duizenden jaren niet danig is ‘verdund’ met het bloed van al deze overheersende machten en volkeren. En dan hebben we het nog niet eens over regionale vermengingen in recente eeuwen van Friezen en Friezinnen met mensen uit de rest van Nederland. ‘Grenzeloos verliefd’ is een concept van alle tijden. De vraag is dus: hoe Fries is Fries en is dat biologisch? Zit het Fries zijn in het DNA of is dat iets totaal anders?
Een belangrijke vraag is of de Friezen een volk zijn of een ras? Een volk is een meer cultureel begrip. Volkeren hebben bepaalde klederdracht, normen, waarden, gewoonten, taal, vlag, volkslied of een godsdienst waarin ze verschillen van andere bevolkingsgroepen. Een ras daarentegen is meer een biologisch of fysiek onderscheid. Bij rassen wordt gegroepeerd naar uiterlijke kenmerken zoals grootte van de neus, spleetogen, haar, lichaamsbouw en ook heel vaak naar huidskleur. Zo bekeken zijn Friezen toch echt een volk en geen ras. Friese paarden daarentegen zijn wel een ras. Een Fries is dus iemand die zich conformeert aan of opgaat in een bepaalde cultuur. In dit geval de Friese cultuur.
De politicus in ons verhaal voldoet naadloos aan de culturele definitie van de Fries. Hij spreekt Fries, is opgegroeid in Friesland, doet mee aan Friese gewoonten en gebruiken zoals kaatsen. En hij is trots op ‘zijn’ Friese land, de Friese taal en zijn Friese ouders. Veel Frieser kan het niet worden, zou je zeggen. De politicus zou wel eens ‘Frieser dan Fries’ kunnen zijn!
Maar toch jeukt het nog ergens. Wat bedoelde de tv-man nu eigenlijk? Het lijkt mij wel duidelijk dat hij vond dat de politicus er niet uitzag als een standaard Fries. Een Fries, of eigenlijk het beeld van een Fries, dat de tv-man - en met hem vele anderen - in zijn hoofd heeft als spreekt over een Fries is een blank, blond en blauwogig mens.
Ik, Robert Adjiet, de schrijver van dit stuk heb een oosters uiterlijk. Mijn ogen, mijn huidskleur, gelaatstrekken en mijn lichaamsbouw verraden een Aziatische afkomst. Geboren onder de warme tropenzon, ver weg van het koudere Friesland. Ik ben evenals de politicus geadopteerd en opgegroeid in Friesland. Als ik aan een willekeurig persoon uit bijvoorbeeld Canada of China moet beschrijven wat een Fries is en hoe deze er uitziet dan beschrijf ik zeker geen persoon met een Ethiopisch uiterlijk noch iemand met een Aziatisch uiterlijk zoals mijzelf. Ook ik zou veel eerder een blank, blond, blauwogig Vikingachtig type beschrijven. Niet omdat ik geen Fries zou kunnen zijn maar puur omdat dat andere beeld van een stereotype Fries ook bij mij bestaat.
Wat de tv-man precies dacht toen hij hierover een opmerking maakte weet ik natuurlijk niet. Het blijft gissen naar zijn precieze beweegreden. Wat er uit zijn mond kwam getuigt evenwel van een enorme domheid, onnadenkendheid, kortzichtigheid, botheid et cetera. Het is dan ook niet vreemd dat dit overkomt als discriminerend, racistisch en kwetsend. Maar of dit ook precies zijn bedoeling was, is de vraag. Dat weet ik niet. Ik kan mij namelijk ook iets anders voorstellen.
Als ik door mijn bril als “huis, tuin en keuken psycholoog” kijk naar de mogelijke beweegredenen van de tv-man om de politicus uit te sluiten als Fries, dan kan ik mij niets anders voorstellen dan dat angst een belangrijke drijfveer moet zijn geweest.
Mensen hebben de natuurlijke neiging om te categoriseren. Wij onderscheiden bijvoorbeeld groepen dieren: zoogdieren, reptielen, vogels en vissen. Een vliegbeest is volgens ons een vogel en wij zien dat er roofvogels zijn, maar ook watervogels en andere groepen van soortgelijke vogels. We groeperen in soorten, ondersoorten, hoofdrassen, sub rassen enzovoort. En in de winkel leggen wij appels, peren, banen en mandarijnen allemaal bij elkaar in de buurt en niet verspreid tussen het brood, de soepen en de frisdranken in. We categoriseren voortdurend en dus ook bij mensen op bijvoorbeeld geloof en uiterlijk zoals huidskleur. Nederlanders en Friesen, Aziaten en Chinezen zijn ook categorieën van mensen waaraan we allerlei specifieke kenmerken toedichten. Categoriseren is heel menselijk en is in zichzelf niet negatief maar juist vaak heel nuttig en handig in ons leven. Echter als we aan categorieën een bepaalde waarde toekennen lopen we het gevaar om het pad van discriminatie en racisme in te schieten. Als we bijvoorbeeld aan huidskleuren verschillende waarden toedichten, zoals goed en fout of meer en minder, dan komt dit vaak voort uit angst.
Angst dat een ander een gevaar is voor je eigen veiligheid, angst dat de ander jouw eigen cultuur aantast, of dat de concurrentiestrijd om bijvoorbeeld banen en huisvesting door de ander wordt vergroot.
Het kan dus zijn dat de tv-man van nature gewend is om de Friese mens stereotypisch te categoriseren als blank, blond en blauwogig. Dat is op zich niet abnormaal en ook niet racistisch. Dat wordt het pas als hij daaraan zou toevoegen dat hij niet blanke en blauwogige mensen minderwaardig, slechter of anderszins negatief vindt. Ik meen hem dat niet te hebben horen zeggen. Het is ook heel goed mogelijk dat de tv-man onwetend is over het verschil tussen ras en volk. Dat is jammerlijk nu hij daardoor in de val van racisme is getrapt maar ik betwijfel of hij dit bewust en doelgericht heeft gedaan. Immers de politicus is in Friesland opgegroeid, bij Friese ouders, spreekt de Friese taal en houdt van en doet mee aan Friese culturele gewoonten en gebruiken. De politicus behoort zodoende tot het Friese volk, de Friezen zijn immers geen ras.
Zijn natuurlijke neiging om de Fries als een blanke, blonde en blauwogige te categoriseren enerzijds – hetgeen raciale kwalificaties zijn - en zijn, waarschijnlijk onbewuste maar ook onterechte gedachte, dat Friezen een ras zijn anderzijds, heeft hem de das omgedaan. Als de Friezen een ras zouden zijn dan zou de tv-man zich in ieder geval racistisch en - volgens velen waaronder ik - onbehoorlijk hebben uitgelaten. Ook in het geval de tv-man zou menen dat Friezen een volk zijn, is hij de fout ingegaan omdat de politicus in dat geval zich immers weldegelijk kwalificeert als Fries. Het meest waarschijnlijk lijkt mij dat de tv-man simpelweg niet heeft nagedacht en onvoldoende kennis heeft van dit soort zaken. Hij lijkt eerder zijn hart op de tong te hebben gehad zonder doelgericht racistisch te willen zijn. Maar nogmaals, ik kan niet in het hoofd van de tv-man kijken en dus niets zeggen over zijn daadwerkelijke bedoelingen.
Wel is het zo dat nu de tv-man de televisie als zijn podium gebruikt om dit soort uitspraken te doen, voor hem zonder enige twijfel een grotere verantwoordelijkheid geldt om zich vooraf zorgvuldig te verdiepen in dit soort zaken. Al is het alleen maar omdat hij daarmee bij kijkers zowel bedoelde als onbedoelde kwetsuren van de geest kan voorkomen. Ik acht de tv-man wel zo bewust, dat hij zich realiseert welke gevolgen dit type opmerkingen kunnen hebben. Dergelijke nalatigheid kan hem aangerekend worden. En als het opkrikken van de kijkcijfers een motivatie voor zijn gedrag en uitspraken zou zijn, kan ik dat niet anders duiden dan als pervers en ongehoord nu het ten koste van anderen gaat.
In het boek ‘Van de Vrijheid en de Fries’ onderzoek ik hoe het zit met de Friese Vrijheid en de Vrije Fries. Op zoek naar antwoorden komen situaties en gebeurtenissen zoals die van de politicus en de tv-man aan de orde. In het boek bespreek ik onder andere het recht van vrije meningsuiting dat meteen wordt beperkt door het verbod op belediging. We mogen alles zeggen maar niet als we daarmee een ander beledigen. Wat houdt vrijheid dan precies in? Zijn er misschien meerdere soorten vrijheden? En heeft de Fries – wie dat dan ook precies moge zijn – een patent op die vrijheid? Aan de hand van Friese historie, sages en legendes, westerse en oosterse filosofieën en etymologische overdenkingen worden de lezers meegenomen ik de wereld van de Vrijheid en de Fries.
Robert Adjiet