Robert. Geboren onder de tropenzon. Getogen op het Friese platteland in een nostalgisch rietgedekt boerderijtje  te midden van altijd groene weilanden.

 

Nieuwsgierig van aard. Veel zwerverijen door het boerenland, door de bossen en in de boomwallen. Lekker poeren met stokjes in allerlei poeltjes en holletjes van moeder aarde. En scheppen met netjes in modderige boerenslootjes. Het was heerlijk om in bomen te klimmen en onder de struiken opzoek te gaan naar beestjes, vogelnestjes en overige schatten. Met vriendjes bouwde ik boomhutten van waaruit we gluurden naar langslopend wild en onbereikbare meisjes. Ook nu ben ik nog altijd verzot op ontdekken en op reizen. Nu vooral door hoge bergen waar mijn nieuwsgierigheid steeds weer wordt geprikkeld door verborgen valleien. Maar net zo fijn vind ik de zee. De oneindigheid geeft rust en in de verre horizon is het heerlijk dromen.

 

De afgelopen decennia lag mijn woonstede in de randstad. Altijd druk, veel werken, kinderen, leven, leren leven en soms overleven. In het rustiger hoge noorden biedt Harlingen tegenwoordig wat meer ruimte, rust en mogelijkheden voor nieuwe evenwichten. Samen met mijn lief is het hier goed toeven en bestaat de gelegenheid om het schrijven meer aandacht te geven.

 

Schrijven is een fijne manier om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen, om de soms chaotische gedachtestromen te reguleren en om te ontspannen. Het is heerlijk om te spelen met woorden en taal. Een taalvirtuoos ben ik absoluut niet, wel simpelweg een product van mijn, meer toevallig bepaalde, taalomgeving. Geboren overzees, Nederlandstalig opgegroeid in een Friestalig dorp en via een universitaire studie beland in de wereld van vreselijk lange en zwaarwichtige juridische volzinnen. Het zijn enkele ingrediënten die mijn taalgebruik beïnvloeden buiten de gebruikelijke schoolse taalconventies om. Vandaar dat er ook af en toe sprake is van wat tegenstrijdigheid. Ik ben graag wars van conventies maar ook weer onderhevig aan tradities. Tijdens het schrijven betrap ik mijzelf daar regelmatig op. Er ontstaat op die manier ook een eigen schrijfstijl waardoor het schrijven voor mij een aangename bezigheid is.

 

Taal gedraagt zich voor mij als een levend organisme. Het evolueert ook in de tijd. Het vroeg middeleeuwse Nederlands is compleet anders dan het twintigste-eeuws Nederlands dat ik op school heb geleerd. En tegenwoordig is een steeds meer verengelste straattaal op sociale media te lezen. Zo vergaat het elke taal. En dat is goed. Het is mooi om met taal uiting te geven aan wat je denkt, ziet, voelt, ruikt en hoort. Via verhalen kan ik vertellen over mijn dromen en mijn angsten. Ontelbare nuanceringen en wendingen zijn mogelijk. Taal verbindt maar kan ook verwijderen. Taal is daarom altijd spannend en nooit saai.

 

Vooral bij poëzie bestaan bestaan veel mogelijkheden om met taal te spelen. Het is leuk om teksten een metrum mee te geven. Een ritme, een cadans waarbij de tekst soms gezellig pruttelt als een pot hete koffie op een gloeiende stoofkachel en dan weer plots doordendert als een zware goederentrein in een donkere doorgeregende nacht. Het gebruik van slechts enkele steekwoorden met daartussen veel “witte stukken” kan een lezer activeren om met de zinnen diens eigen verhaal "te schrijven". Zo kan soms slechts één tekst ontelbare verhalen vertellen. 

 

Kortom, schrijven is leuk!

 

 

 

Vragen of iets te melden? Schrijf een bericht.